Magische bal
De kinderen dribbelen door elkaar in het vak. De tovenaar (trainer) heeft een 'magische bal'. Als hij deze in het veld gooit en een naam roept moet die speler de magische bal zo snel mogelijk controleren en in het opgestelde doel schieten. Dit moet de speler doen voor dat de tovenaar tot 5 heeft geteld. Na het schot en doelpunt gaat iedereen weer verder en komt de volgende magische bal.